Peesrevalidatie: Sporten na een peesblessure

Joost Nabben

22/3/2022

Peesblessures komen in verschillende soorten en maten voor, denk bijvoorbeeld aan een peesontsteking, een peesruptuur of een peesoverbelasting. Deze laatste groep komt verreweg het meeste voor.

Met een mooi woord noemen we zo’n peesblessure een tendinopathie, maar soms worden ook termen als tendinitis (peesontsteking) of tendinose gebruikt. Tendinopathieën komen we tegen in verschillende pezen, de meest voorkomende locaties in het onderlichaam zijn de plantaire fascia (peesplaat aan de onderkant van de voet, vaak ‘hielspoor’ genoemd), de achillespees, patellapees (pees aan de onderkant van de knieschijf), proximale hamstringpees (t.h.v. de zitknobbel), gluteus medius/minimuspees (buitenkant van de heup) ook wel ‘Greater Torchantor Pain Syndrome’ (GTPS) genoemd. De meest voorkomende peesblessures in het bovenlichaam vinden we in de ‘rotator cuff’ (pezen rondom de schouder) en de elleboog (‘tennis’- en ‘golfelleboog’). De opbouw van deze blog is vooral gericht op onderzoeken over blessures van het onderlichaam. Voor blessures van het bovenlichaam worden dezelfde fases doorlopen, maar met een andere invulling.

De revalidatie van een peesblessure bestaat niet alleen uit een aantal weken rusten en dan weer beginnen. De meeste peesblessures ontstaan door een disbalans tussen belasting en belastbaarheid, het peesweefsel wordt zwaarder belast (belasting) dan wat het weefsel aankan (belastbaarheid). Deze overbelasting zorgt voor een tendinopathie. Essentieel bij deze blessure is het herstellen van deze balans en het vergroten van de belastbaarheid van de pees, zodat deze meer belasting kan verdragen en hierdoor de kans op een herblessure verkleint. Omdat bijvoorbeeld een hardloper meer van zijn pezen vraagt dan iemand die als hobby wandelen heeft, zal de hardloper de belastbaarheid verder moeten opbouwen dan de wandelaar. Tijdens de intake wordt besproken wat de doelen zijn voor de patiënt en welk niveau van belastbaarheid er bereikt moet worden.

Intake

Tijdens een uitgebreide intake doen we ook een echografisch onderzoek. Op de echo zijn de pezen beter in beeld te krijgen dan op bijvoorbeeld een röntgenfoto of een MRI-scan. Aan de hand van dit onderzoek bepalen we of een lokale behandelmethode als shockwave-therapie, EPTE-therapie of EMTT aan de orde is.

Fase 1 Pijndemping

In de eerste fase kan (relatieve) rust wel een onderdeel zijn van het behandelplan, maar dan zodanig dat de provocerende activiteiten vermeden worden en de activiteiten die geen klachten geven mogen worden gehandhaafd. Het aanpassen van de belasting noemen we ook wel load management. Daarnaast kan in deze eerste fase vaak een lokaal behandelbeleid het weefselherstel stimuleren. Dit doen we in de meeste gevallen met (gefocusseerde) shockwave therapie, maar EPTE-therapie en/of EMTT zouden hier een alternatief voor kunnen zijn. Eventueel zouden isometrische krachtoefeningen een pijndempend effect kunnen geven en een begin kunnen maken aan de opbouw van de belastbaarheid van de pees.

Fase 2 Kracht

In deze fase wordt er gewerkt aan de belastbaarheid van de pees. De mechanoreceptoren tussen de peesvezels reageren alleen op een zware krachtprikkel, hierdoor wordt het herstelproces van de pees nog eens extra gestimuleerd. In deze oefenfase leren we de pees te wennen aan een steeds zwaardere belasting. Het Heavy Slow Resistance Training (HSRT) protocol is een stappenplan wat we hier vaak voor gebruiken.

Fase 3 Functionele kracht

Hierin proberen we de oefeningen meer functioneel te maken. Dat wil zeggen dat we niet meer alleen het spierpees-complex gaan trainen waar het probleem zit, maar meerdere spiergroepen gaan betrekken die vaak met elkaar samenwerken. Zo proberen we de gehele keten sterker te maken in functionele bewegingen die ook in het dagelijkse leven terugkomen.

Fase 4 Vermogen

De momenten waarbij een pees heel actief is, is tijdens snelheid. In snelle en dynamische activiteiten of sporten moet een pees hard werken, het is niet voor niks dat deze activiteiten bij een peesprobleem vaak klachten geven. Tijdens fase 4 wordt er aan deze snelheid gewerkt met oefeningen om het vermogen te trainen, de wetenschappelijke formule voor vermogen is immers kracht x snelheid. Hiervoor hebben we specifieke oefenapparatuur, namelijk onze Flywheel-apparatuur van Desmotec. Hiermee kunnen we niet alleen het vermogen van spieren en pezen trainen, maar ook testen en meten.

Fase 5 Plyometrie

In deze fase gaan we aan de slag met het ontwikkelen van een hele specifieke eigenschap van pezen, namelijk de plyometrie, ook wel stretch-shortening cycle (SSC) of ‘energy storage and release’ genoemd. Dit is het vermogen van een pees om in zeer korte tijd energie op te slaan en vrij te geven. Dit gebeurt in snelle, explosieve activiteiten en dus in sporten waar rennen, springen, richtingsverandering, werpen of andere snelle bewegingen in voorkomen. Bij een peesblessure is het niet vanzelfsprekend dat wanneer de pijn verminderd dit systeem automatisch beter functioneert. Ook krachtoefeningen alleen zullen deze specifieke eigenschap niet optimaal trainen. Dit zal dus expliciet getraind moeten worden, zeker bij sporters. Dit is een essentiële fase in het wedstrijdfit worden van een atleet. Bij de hardlopers starten we in deze fase met het begeleiden van een opbouwschema voor het hardlopen weer op te bouwen naar de gewenste duur of afstand.

Fase 6 Sportspecifiek

Tot slot proberen we in de laatste fase de kloof tussen revalidatie en terugkeer naar sport zo klein mogelijk te maken door zo sportspecifiek mogelijk te werken. Onze (sport)fysiotherapeuten hebben kennis van verschillende sporten en bedenken de meest bijpassende oefeningen. De voetballers krijgen hierin veel oefenvormen met voetbal, de handballers gaan bijvoorbeeld met sprongworpen aan de slag en de hockeyers nemen hun hockeystick mee naar de praktijk. Door gebruik te maken van onze BlazePods trainen we ook het reactievermogen en de richtingsverandering van onze sporter in een sportspecifieke setting. Wanneer de (sport)fysiotherapeut in deze oefeningen en specifieke testen, die dicht in de buurt komen van de intensiteit van de sport, ziet dat dit gecontroleerd en zonder klachten of beperkingen gaat kan er een duidelijk groen licht gegeven worden voor de terugkeer in sport.

Referenties

Ladurner et al. (2021) Treatment of Gluteal Tendinopathy a Systematic Review and Stage-Adjusted Treatment Recommendation The Orthopaedic  Journal of Sports Medicine

Scott et al. (2020) ICON 2019: International Scientific Tendinopathy Symposium Consensus: Clinical Terminology British Journal of Sports Medicine

Silbernagel et al. (2020) Current Clinical Concepts: Conservative Manegement of Achilles Tendinopathy Journal of Athletic Training

Ramon et al. (2020) Focused Shockwave Treatment for Greater Trochantor Pain Syndrome Journal of Bone and Joint Surgery

Mascaro et al. (2018) Load Management in tendinopathy: Clinical progression for Achilles and Patellar tendinopathy Apunts Medicina de l’Esport

Gerdesmeyer et al. (2017) Electromagnetic Transduction Therapy for Achilles Tendinopathy: A preliminary Report on a New Technology The Journal of Foot & Ankle surgery

Malliaras et al. (2015) Patellar tendinopathy: Clinical Diagnosis, Load Management, and Advice for Challenging Case Presentations Journal of Orthopaedic & Sports Physical Therapy

Malliaras et al. (2013) Achilles and Patellar Tendinopathy Loading Programmes Journal of Sport Medicine

Goom (2013) Tendinopathy – Rehab Progression- Part 1 www.Running-Physio.com

Deel dit bericht

Over de auteur

Joost Nabben

Inzicht in manuele therapie, echografie en sportrevalidatie zijn voor Joost de “gouden driehoek” om mensen effectief beter te krijgen, door zowel gewrichten als spieren te behandelen. Iedere patiënt is een uitdaging voor hem. Bij Joost staat jouw hulpvraag centraal. Of het nou topsport betreft, of het uitvoeren van de “normale” dagelijkse activiteiten, Joost gaat graag samen met jou aan de slag.